Search

Brengt de zaak verder

Help, een verpandingsverbod!

Een debiteurenfinanciering is voor de meeste ondernemingen in het MKB nog steeds een belangrijk onderdeel van de financiering van het werkkapitaal. Door een verpandingsverbod wordt de positie van de financier echter ondermijnd. Hoe hiermee om te gaan?

Voor de voorfinanciering van debiteurenvorderingen zijn er in het algemeen verschillende mogelijkheden. Ten eerste de bank. Zij financieren vaak tot maximaal 60-70% van het openstaande bedrag jonger dan 90 dagen, afhankelijk van of de debiteuren verzekerd zijn of niet. Voor buitenlandse debiteuren zijn de mogelijkheden vaak beperkter. Ten tweede de factoringmaatschappijen, die meestal wat verder willen gaan dan een bank. Daar is bevoorschotting mogelijk tot maximaal 80-90%. Ook hier kunnen beperkingen gelden, bijvoorbeeld voor wat betreft concentratierisico’s. Factoring is daarnaast niet mogelijk als voor termijnen deelfacturen worden verzonden.

Zowel bij een bank als een bij een factoringmaatschappij is het gebruikelijk om bij een dergelijke werkkapitaalfinanciering aan een onderneming als zekerheid de debiteurenvorderingen te verpanden. Als er een verpandingsverbod van toepassing is, kunnen problemen ontstaan. Een debiteur en een crediteur van een vordering kunnen met elkaar afspreken dat deze vordering niet kan worden overgedragen. Dan is volgens de wet verpanding ook niet mogelijk. Er kan dan geen pandrecht tot stand komen op de betreffende vordering, ook al heeft de debiteur voor de bank een verpandingsakte getekend. Het verbod heeft namelijk ook derdenwerking.

Uiteraard is het belangrijk dat een financier voor het verstrekken van de financiering nagaat of er sprake is van verpandingsverboden. Dat kan eigenlijk alleen door de algemene voorwaarden die op de vordering van toepassing zijn na te kijken. Zijn er veel verschillende (inkoop)voorwaarden van toepassing? Dan is dit een arbeidsintensieve klus. Als er sprake is van een verpandingsverbod, dan zou het een oplossing kunnen zijn om partijen te vragen afstand te doen van het verbod op overdracht en de vordering daarna alsnog te verpanden. In de praktijk zien we dat dit bij gezonde bedrijven met regelmaat lukt. Tenslotte is het aan te bevelen om niet alleen bij de verstrekking van een financiering, maar ook gedurende de looptijd van een financiering met regelmaat de verpandingsverboden te checken. Denk hierbij niet alleen aan nieuwe klanten, maar ook aan nieuwe contracten met bestaande klanten.

Wilt u weten wat de financieringsmogelijkheden op uw debiteurenvorderingen zijn, neemt u dan gerust contact met ons op.

DEEL DIT BERICHT