Vaak wordt bij een bedrijfsovername van de verkopende partij verwacht dat deze de overname op zijn minst meefinanciert door middel van een risicovolle, achtergestelde lening. De rol van de verkoper verandert hierdoor in die van durfkapitalist. Een verkoper laat dan noodgedwongen een percentage van de verkoopprijs in het bedrijf achter in de vorm van een achtergestelde lening.
Een bank kijkt bij de verstrekking van een overnamefinanciering vooral naar de toekomstige kasstromen. Banken gaat het maar om één vraag: kan de financiering binnen de gewenste termijn terugbetaald worden? Verkopers moeten zich deze vraag ook stellen bij het verstrekken van een achtergestelde lening. Het betekent dat de verkoper zich ook moet verdiepen in de koper en een eigen onderzoek moet instellen naar de ‘track record’ van de potentiële koper. Het is daarbij logisch om te onderzoeken of de koper kredietwaardig is en of hij de kennis en ervaring heeft om de onderneming succesvol voort te zetten.